De prijs van een gemiddelde koopwoning in Nederland is in het derde kwartaal van 2007 met gemiddeld 1,1% gestegen ten opzichte van het tweede kwartaal van 2007. Dat blijkt donderdag uit voorlopige cijfers van de Nederlandse Vereniging van Makelaars (NVM).
Het is een minder sterke stijging dan in het tweede kwartaal, toen de prijzen nog met 2% toenamen ten opzichte van de voorgaande driemaandsperiode. Volgens de NVM is de lagere stijging ’te verklaren uit het feit dat in de zomermaanden de huizenmarkt altijd in rustiger vaarwater verkeert’.
De gemiddelde prijs van een koopwoning bedraagt nu euro 248.000. Ten opzichte van het derde kwartaal van 2006 steeg het gemiddelde bedrag dat voor een koopwoning moet worden neergeteld met 4,3%.
In de loop van 2007 is het verschil in prijsstijging tussen de duurdere en goedkopere koopwoningen gestaag toegenomen, aldus de NVM. De duurdere huizen stijgen bovengemiddeld in prijs, terwijl die van de goedkopere woningen achterblijft.
Ook regionaal zijn er grote verschillen. Zo nam de vierkante meterprijs in het noorden, oosten en zuiden van het land het afgelopen kwartaal veel minder toe dan die in het centrale deel van de Randstad. De vierkante meterprijs steeg in het afgelopen kwartaal gemiddeld met 0,9%.
In Haarlem zijn de huizenprijzen het hardst gestegen. Daar ligt de prijsstijging van de gemiddelde koopwoning bijna zes keer hoger dan de inflatie. ‘In combinatie met de geringe bouwproductie, een stagnerende loonontwikkeling en de licht oplopende rente is dit een alarmerend gegeven. De schaarste aan woningen blijft, de prijzen blijven daardoor stijgen en de betaalbaarheid van woningen zal daarmee alleen maar afnemen’, zo stelt NVM-voorzitter Ger Hukker.
Tot en met september is de gemiddelde woningprijs in 2007 met 3,9% toegenomen.