Beleg zelf je pensioen via de beschikbare premieregeling

Steeds vaker kiezen werkgevers voor een pensioen in de vorm van een beschikbare premieregeling. Hoe werkt dat precies en wat zijn de voor- en nadelen?

In grote lijnen kunnen pensioenregelingen worden ingedeeld in 3 basisvormen:
1. Eindloonregeling: hierbij is je pensioenuitkering gebaseerd op je laatstverdiende salaris. Hierdoor is het net alsof je dat salaris gedurende je hele loopbaan verdiend hebt.
2. Middelloonregeling: hierbij is je pensioenuitkering gebaseerd op het gemiddelde salaris gedurende je loopbaan.
3. Beschikbare premieregeling (ook wel beschikbaar premiestelsel genoemd). Hierbij zegt je werkgever geen pensioenuitkering toe, maar een bepaalde pensioenpremie. Dit kan een vast bedrag per jaar zijn of een percentage van (een deel van) het jaarsalaris. Die premie wordt in een soort spaarpot gestopt; een pensioenverzekering. Op de pensioendatum koop je hiervan een pensioenuitkering (lijfrente) aan.

Sommige bedrijven bieden een combinatie aan van een eindloon- of middelloonregeling en een beschikbare premieregeling. In dit geval vindt de pensioenopbouw tot een bepaald salaris plaats volgens de eindloon- of middelloonregeling. Boven dat bedrag wordt er gestort in een beschikbare premieregeling.

Onzekere pensioenhoogte
Bij een ‘vaste’ pensioentoezegging kun je in je pensioenbrief precies aflezen hoeveel je straks gaat ontvangen op basis van je huidige inkomen. Bij een beschikbare premieregeling is dat nog onzeker. De hoogte van je pensioen is afhankelijk van de hoogte van de pensioenpremie, maar in belangrijke mate ook van het rendement dat je daarop maakt.

Dit wil niet zeggen dat je er helemaal niks zinnigs over kan zeggen. Een beetje financieel adviseur of pensioendeskundige kan een berekening voor je maken, die in ieder geval een indicatie geeft van de toekomstige pensioenuitkeringen.

Gunstig voor werkgever
Vooral nieuwe pensioenregelingen zijn vaak op basis van beschikbare premieregelingen. Niet voor niets, want deze manier van pensioen opbouwen is gunstig voor de werkgever. Want in tegenstelling tot eind- en middelloonregelingen ligt het beleggingsrisico bij de werknemer.

Valt het rendement op de ingelegde premies tegen, dan is het aan de werknemer om dit eventueel aan te vullen. Bij eind- en middelloonregelingen is er vooraf een gegarandeerd pensioen vastgelegd. In dit geval zijn tegenvallende beleggingsresultaten voor risico van het pensioenfonds.

Toch biedt een beschikbare premieregeling ook voordelen voor werknemers. De belangrijkste is de flexibiliteit. Je hebt meestal meer zeggenschap over hoe je pensioenpremies worden belegd. Ook heb je meer keuze in de opbouw van de pensioenregeling. Zo kun je vaak zelf kiezen in welke mate je een nabestaanden- of arbeidsongeschiktheidspensioen wilt meeverzekeren.

Opbouw
Een beschikbare premieregeling is meestal als volgt opgebouwd:
– Het uitgangspunt is meestal de pensioengrondslag. Deze houdt rekening met het feit dat je vanaf je 65e AOW ontvangt. Over een deel van je salaris – de AOW-franchise – bouw je daardoor geen pensioen op. Dit werkt als volgt:
Pensioengevend salaris – AOW-franchise = pensioengrondslag

– Op de pensioengrondslag wordt vervolgens de pensioenpremie gebaseerd. Bij de meeste beschikbare premieregelingen is de premie een percentage van de pensioengrondslag. Dit percentage stijgt meestal naarmate je ouder wordt, volgens een bepaalde staffel. Deze begint bijvoorbeeld met 7 of 8% en eindigt, aan het einde van je loopbaan, met bijvoorbeeld 25 of 30%.

– Dan vindt de verdeling van de pensioenpremie plaats. Meestal wordt het grootste deel gebruikt voor de opbouw van je ouderdomspensioen. Afhankelijk van je pensioenregeling kun je een deel van de premie aanwenden voor nabestaandenpensioen en – eventueel – een arbeidsongeschiktheidsvoorziening.

– Op de pensioendatum zit er een bepaald bedrag in je pensioenpot, waar op dat moment een pensioenuitkering (lijfrente) van wordt aangekocht.

Rekenvoorbeeld:
Pieter (26) verdient €30.000 per jaar. Zijn pensioenregeling is een beschikbare premieregeling, waarin van zijn 25e tot zijn 30e per jaar 8% van zijn pensioengrondslag wordt gestort. De AOW-franchise bedraagt €12.000. Van zijn premie wordt €300 gebruikt voor een nabestaandenvoorziening.

Pensioengrondslag = €30.000 – €12.000 = €18.000

De storting bedraagt dus, tot zijn 30e €1.440 per jaar. De premie voor het ouderdomspensioen bedraagt €1.440 – €300 = €1.140 per jaar.

bron: Planet.nl

WordPress › fout

Er heeft zich een kritieke fout voorgedaan op deze site.

Meer informatie over probleemoplossing in WordPress.